DE BIECHT
Het is zonde wanneer we onze glans verloren zijn, door wat of wie dan ook besmeurd, verdord of gewond zijn. Het is zonde wanneer we in onze omgang met anderen verstard geraakt zijn of verkild. Waar wij elkaar pijn doen, treffen we ook God. Het gebeurt in onze persoonlijke contacten net zo goed als in het structureel omgaan met elkaar. Dan kunnen we alleen nederig bidden: “Zie mij aan, God, en vernieuw mijn hart.” Met Gods hulp raken we er uit, kunnen we elkaar weer in het gezicht kijken, mogen wij zijn liefde sterker voelen. Zo vragen we om vergeving… zo mogen we vergeving aan anderen schenken. De priester beluistert ons met Christus’ oren. Zo mogen we geloven dat Iemand ons verhaal begrijpt, dat we er niet meer alleen voor staan. Psalm 51 bidt met ons mee: ‘Schep in mij een zuiver hart, o Heer, geef me weer een vastberaden geest.’ In het sacrament van de biecht raakt God ons aan in onze onvolmaaktheid.